- teruggaan
- {{teruggaan}}{{/term}}1 [achteruit gaan] reculer 〈ook figuurlijk〉2 [terugkeren] retourner3 [ontstaan zijn uit] remonter♦voorbeelden:1 de trein ging een eindje terug • le train recula un peu〈figuurlijk〉 teruggaan in de geschiedenis • remonter (dans) l'histoire2 sommige emigranten gaan terug • certains émigrants retournent dans leur pays d'origineweer teruggaan • repartirnaar huis teruggaan • rentrer (chez soi)teruggaan naar het uitgangspunt • retourner au point de départ3 de boekdrukkunst gaat terug tot de 15e eeuw • l'imprimerie remonte au XVe siècle
Deens-Russisch woordenboek. 2015.